Elyssa en ik wandelen op maandagmiddag 17 juli in de Gamerensche Waarden. Deze waarden zijn vanaf 1996 ontwikkeld om ruimte te geven aan de rivier en de gewonnen klei te gebruiken voor het aanleggen van nieuwe dijken. Twee geulen worden aangezande oevergeulen, in de grote nevengeul waarin het rivierwater minder hard stroomt, vinden bijzondere vissen hun plek om te paaien. Er ontstaat een natuurgebied met nieuwe bomen, planten en dieren. Ik liep daar al eens in het vroege voorjaar, de zon scheen over de geulen en het was er adembenemend mooi.
De dertien boswachters van SBB hebben in de Bommelerwaard en Westelijk deel van de Betuwe 80 natuurgebieden onder hun hoede. De Boswachters hebben drie grote taken: de Boswachters Publiek maakt contact met recreanten en bieden excursies aan om te struinen door de natuurgebieden en te ontdekken wat daar leeft en groeit. De Boswachters Beheer dragen zorg voor aanleg en onderhoud, zij huren uitvoerende bedrijven in en werken met hen samen om de gemaakte plannen te realiseren. De Ecologische Boswachters doen onderzoek en beschermen de gebieden.
Op elk van de drie gebieden zijn ook vele vrijwilligers actief. Zij verzamelen kennis door het tellen van vogels, vlinders, insecten en planten, en zij verzorgen excursies.
Elyssa droomde als kind ervan om ‘iets’ met/in de natuur te doen. Maar nu als boswachter is natuur een zeer actueel thema en geeft het haar leven betekenis. Met een grote menselijke bevolking, een moderne maatschappij die onafhankelijk lijkt te bestaan, maar toch volledig afhankelijk is van de gezondheid van de aarde (alle biotopen, zowel abiotisch, denk aan het klimaat, als biotisch). Voor Elyssa betekent een gezonde natuur (planten, dieren, klimaat, grond etc.) een gezond leven voor haarzelf en iedereen omdat het allemaal samenhangt. En zij zou het niet anders willen, omdat de onderlinge relaties tussen alle levensvormen (en de niet-levende natuur) zo’n grote verrijking zijn.
We komen op een plek waar konijnen hun gebied markeren met latrines, gegraven kuilen en holen. We eten de bramen die langs ons pad groeien en schuilen onder een boom voor de regen.
En komen dan langs ‘ingepakte wilgenbomen’, een vlies omvat de stam van de wilg en soms de hele boom. Elyssa vertelt over de wilgenstippelmot. In juni en juli weven de rupsen de spinsels. Zij overleven er en voeden zich met bladeren van de boom. Ze verpoppen zich in spinselnesten. De vlinder, het motje, vliegt van juli tot augustus uit. We zien er een paar uitvliegen. Bijzonder gezicht zo’n ingepakte wilg waar de bladeren van opgegeten zijn.
Staat Bosbeheer werkt samen met reguliere boeren die graslanden van hen pachten. Dat betekent bijvoorbeeld niet bemesten zodat er verschillende grassen, kruiden en bloemen groeien en insecten hun plek vinden. Grote grazers, koeien en konikpaarden, zorgen voor begrazing. Maar meer 'inclusief boeren' gaat ook wel eens mis, bijvoorbeeld als weilanden later gemaaid worden om vogels hun eieren te laten leggen en de jongen op te voeden, ooievaars de vogeleieren opeten! Tja, dat is ook natuur!
Zeven weken geen regen en dan? De klei houdt water vast, er kan later gemaaid worden en SBB kan zelf het waterpeil bijhouden en zo de komgronden in stand houden.
Elyssa’s wensen en die van haar collega's van Beheer en Ecologie zijn voor de komende tijd: een Boost geven aan een van de oudste gebieden van SBB, de Lieskampen, zodat het zich weer kan ontwikkelen en mensen er kunnen wandelen. Werken aan goede relaties met de ‘buren’ - de boeren en hen uitnodigen om meer 'inclusief' te gaan boeren en als SBB Rivieren west daarin een verbindende rol spelen.
Dank je wel Elyssa, het was aangenaam en leerzaam om zo samen op een maandagmiddag te wandelen in de Gamerensche waarden.